Digitalisering en de virtual print fee (VPF)
In 2009 werd een initiatief gestart voor een collectieve digitalisering van de bioscoopvertoning. Een dure onderneming en voor de kosten werd met zijn allen opgedraaid door het project Cinema Digitaal, dat mede werd gesteund door de overheid. Sinds 2012 zijn vrijwel alle filmvertoningen in Nederland digitaal. Hiermee loopt Nederland voorop in Europa en het project wordt gezien als een toonbeeld van een publiek-private samenwerking.
Pathé doet niet mee aan Cinema Digitaal, maar heeft zijn eigen afspraken met distributeurs over een betaalregeling. Over iedere digitale premièrekopie dat wordt aangeboden moet een bedrag van ongeveer 500 euro over betaald worden totdat de schuld is afgelost. Dit bedrag wordt een VPF genoemd: een Virtual Print Fee.
Michael Lambrechtsen was directeur van Cinema Digitaal en is daarvoor ook vaker naar Los Angeles gevlogen. “De onafhankelijken hadden kunnen zeggen: doen we niet aan mee. Maar dan doe je daarna ook niet meer mee. Voor de sector in de hele wereld was er veel aangelegen om die samenwerking tot stand te brengen. Wij waren een van de eersten waarbij het gelukt is. In Italië zijn ze nog steeds aan het vechten over wie het moet betalen.”
VPF-vrije zalen
Distributeurs betalen nu bij iedere kopie een VPF, maar op een dag is die schuld afgelost en kan Pathé de zalen VPF-vrij gaan aanbieden. Wat gaat er dan gebeuren? “Ik denk dat er niks gebeurt", beweert Michael. "Ze houden gewoon op met VPF betalen. De exploitanten gaan dan piepen. Maar waarom eigenlijk? Het is geen bron van inkomsten, op een gegeven moment is die schuld afgelost. Pathé gaat ook piepen, ook al zitten ze niet in Cinema Digitaal. Als dat klaar is en die schuld is afgelost dan gaan de distributeurs ook tegen Pathé zeggen: we gaan bij jullie ook niet meer betalen." Maar wat als Pathé eerder is dan de andere exploitanten? “Dan kan Pathé ook zeggen: hoezo geen VPF meer? Jullie moeten gewoon betalen. En dan wordt het wel een bron van inkomsten. Dan betaal jij als distributeur gewoon toegangsgeld. Maar als distributeurs dan nog niet in het geweer komen, snap ik het helemaal niet meer.”
Het wegvallen van VPF heeft naast financiële gevolgen wellicht ook invloed op de programmering. “Ik ben altijd heel bang geweest voor VPF-vrij”, zegt Hein, die de woede van exploitanten op de hals haalde toen hij als Sales Manager bij distributeur Lumière met de film Boyhood in 2014 heel wat zalen bezette. “Ik riep vanaf het begin: het wegvallen van VPF gaat voor vervlakking zorgen. Want men wil de greatest hits draaien. Iedereen wil Avengers draaien, iedereen wil Boyhood draaien. Over de moeilijkere films is het heel makkelijk om te zeggen: die doen we niet. Of we doen het heel eventjes. En dat er dan niemand op afkomt om elf uur 's ochtends… Gek he? Dan is dat ‘een bewijs’ dat er niemand op afkomt. Ik denk dat de grote films groter worden en de kleine films kleiner.”
Niels van Cineville is het niet eens met Hein. "Ik denk dat het onzin is. Ik zit nu zes jaar in deze filmwereld en het aantal keer dat ik heb gehoord dat de filmwereld ten onder gaat... EYE gaat open, er moet een bioscoop omvallen. De Hallen gaat open, er moet een bioscoop omvallen. Gebeurt niets. Er was een angst dat door digitalisering met VPF teveel kopieën zouden gaan rouleren, maar behalve de cowboy-actie van Hein met Boyhood heb ik geen gekke dingen gezien."
Ron Sterk, directeur van een bioscoopketen die straks ook geen VPF meer zal vragen, is positiever gestemd. “Met het wegvallen van de VPF, naar schatting 2017 á 2018 wordt de drempel verlaagd. Dat economische principe verandert de markt. Distributie van film wordt makkelijker, meer titels sneller beschikbaar. De markt gaat groeien in aanbod maar ook in vraag. En je moet als exploitant niet alles gaan draaien, maar er komt een evenwicht.”
Dealbreaker
Gek genoeg zijn het juist distributeurs die enigszins de schouders ophalen. Terwijl er juist voor hen meer mogelijkheden in het verschiet liggen. “Ik vraag me af of er wel iets verandert”, verklaart Sharita. “Voor titels die wij uitbrengen is VPF geen dealbreaker.” En toch komt weer die vraag omhoog of het aanbod zal vergroten. “Ik denk dat er meer films uit zijn gekomen ten gevolge van de digitalisering”, zegt Andre-Marc. “Als VPF wegvalt, gaat dat nog doorgetrokken worden? Gaan er nog meer films uitkomen zonder die kleine barrières van die VPF? Als dat zo is en er komen meer films uit dan komt er meer druk op de zalen, nog minder mooie schema’s voor je films. Dat zou je als verhuurder niet moeten willen. Ik denk dat dat op termijn gevaarlijk is voor de markt.”
Edgar sluit zich aan bij zijn collega’s. “Pathé is niet duidelijk, ze zijn niet transparant over wanneer dat gaat gebeuren. Maar als overal de VPF wegvalt dan denken zowel de distributeur als exploitant: werkt het niet dan gooien we ‘m er gewoon weer uit en werkt het wel dan is het toch mooi meegenomen. Dan zullen films gereleased worden met meer dan honderd prints.”
Laurens: “Een wake up call was een opmerking die Paul Visser ooit maakte, de boeker van ABC. Die heeft een bioscoop in Aalsmeer en die is VPF-vrij. Hij wilde een film boeken en ik zei: “Ik vind het niet interessant, want je kunt maar heel weinig voorstellingen geven”. Ze hebben een klein theater en weinig publiek. Toen zei hij: “Ja, maar het is toch VPF-vrij dus alles wat je verdient is toch mooi meegenomen?". Toen gingen bij mij de alarmbellen rinkelen want inderdaad, het zal niet heel lang meer duren of heel Nederland is VPF-vrij en als de houding van exploitanten richting distributeurs dan is ‘elke euro die je verdient is meegenomen dus wat zeur je nou over het aantal voorstellingen?’, dan gaat het natuurlijk de verkeerde kant op.”
Onderhoud
Pathé zou de VPF kunnen aanhouden onder de noemer ‘onderhoud aan apparatuur’. Digitalisering is niet alleen vooruitstrevend, maar ook een broze onderneming. “Ik vrees het ergste”, zegt Michael. “Dat ze het niet bedrijfseconomisch afschrijven en geen geld investeren in nieuwe apparaten. Technologie gaat heel erg snel en wil je bijblijven in die race van projectietechniek en het creëren van een nieuwe beleving voor de consument moet je investeren in je projectie-apparatuur.”
Ron beaamt dat het geld moet worden gestoken in de onderhoud en ontwikkeling van nieuwe technologieën. “De meeste makers hebben de intentie om hun film te vertonen in de bioscoop. De maker van Interstellar doet het niet om het op een iPad of telefoon te bekijken. De grote beleving moet leidend zijn in het geheel. Zo ook met een ontwikkeling van Dolby Atmos, dat is hoe de maker de film moet laten zien. De Nachtwacht kun je honderd keer op een beeldscherm bekijken, maar het is nooit zo imponerend als dat je ‘m in Het Rijksmuseum ziet hangen. Zo moet er ook over bioscopen worden nagedacht.”
Pathé doet niet mee aan Cinema Digitaal, maar heeft zijn eigen afspraken met distributeurs over een betaalregeling. Over iedere digitale premièrekopie dat wordt aangeboden moet een bedrag van ongeveer 500 euro over betaald worden totdat de schuld is afgelost. Dit bedrag wordt een VPF genoemd: een Virtual Print Fee.
Michael Lambrechtsen was directeur van Cinema Digitaal en is daarvoor ook vaker naar Los Angeles gevlogen. “De onafhankelijken hadden kunnen zeggen: doen we niet aan mee. Maar dan doe je daarna ook niet meer mee. Voor de sector in de hele wereld was er veel aangelegen om die samenwerking tot stand te brengen. Wij waren een van de eersten waarbij het gelukt is. In Italië zijn ze nog steeds aan het vechten over wie het moet betalen.”
VPF-vrije zalen
Distributeurs betalen nu bij iedere kopie een VPF, maar op een dag is die schuld afgelost en kan Pathé de zalen VPF-vrij gaan aanbieden. Wat gaat er dan gebeuren? “Ik denk dat er niks gebeurt", beweert Michael. "Ze houden gewoon op met VPF betalen. De exploitanten gaan dan piepen. Maar waarom eigenlijk? Het is geen bron van inkomsten, op een gegeven moment is die schuld afgelost. Pathé gaat ook piepen, ook al zitten ze niet in Cinema Digitaal. Als dat klaar is en die schuld is afgelost dan gaan de distributeurs ook tegen Pathé zeggen: we gaan bij jullie ook niet meer betalen." Maar wat als Pathé eerder is dan de andere exploitanten? “Dan kan Pathé ook zeggen: hoezo geen VPF meer? Jullie moeten gewoon betalen. En dan wordt het wel een bron van inkomsten. Dan betaal jij als distributeur gewoon toegangsgeld. Maar als distributeurs dan nog niet in het geweer komen, snap ik het helemaal niet meer.”
Het wegvallen van VPF heeft naast financiële gevolgen wellicht ook invloed op de programmering. “Ik ben altijd heel bang geweest voor VPF-vrij”, zegt Hein, die de woede van exploitanten op de hals haalde toen hij als Sales Manager bij distributeur Lumière met de film Boyhood in 2014 heel wat zalen bezette. “Ik riep vanaf het begin: het wegvallen van VPF gaat voor vervlakking zorgen. Want men wil de greatest hits draaien. Iedereen wil Avengers draaien, iedereen wil Boyhood draaien. Over de moeilijkere films is het heel makkelijk om te zeggen: die doen we niet. Of we doen het heel eventjes. En dat er dan niemand op afkomt om elf uur 's ochtends… Gek he? Dan is dat ‘een bewijs’ dat er niemand op afkomt. Ik denk dat de grote films groter worden en de kleine films kleiner.”
Niels van Cineville is het niet eens met Hein. "Ik denk dat het onzin is. Ik zit nu zes jaar in deze filmwereld en het aantal keer dat ik heb gehoord dat de filmwereld ten onder gaat... EYE gaat open, er moet een bioscoop omvallen. De Hallen gaat open, er moet een bioscoop omvallen. Gebeurt niets. Er was een angst dat door digitalisering met VPF teveel kopieën zouden gaan rouleren, maar behalve de cowboy-actie van Hein met Boyhood heb ik geen gekke dingen gezien."
Ron Sterk, directeur van een bioscoopketen die straks ook geen VPF meer zal vragen, is positiever gestemd. “Met het wegvallen van de VPF, naar schatting 2017 á 2018 wordt de drempel verlaagd. Dat economische principe verandert de markt. Distributie van film wordt makkelijker, meer titels sneller beschikbaar. De markt gaat groeien in aanbod maar ook in vraag. En je moet als exploitant niet alles gaan draaien, maar er komt een evenwicht.”
Dealbreaker
Gek genoeg zijn het juist distributeurs die enigszins de schouders ophalen. Terwijl er juist voor hen meer mogelijkheden in het verschiet liggen. “Ik vraag me af of er wel iets verandert”, verklaart Sharita. “Voor titels die wij uitbrengen is VPF geen dealbreaker.” En toch komt weer die vraag omhoog of het aanbod zal vergroten. “Ik denk dat er meer films uit zijn gekomen ten gevolge van de digitalisering”, zegt Andre-Marc. “Als VPF wegvalt, gaat dat nog doorgetrokken worden? Gaan er nog meer films uitkomen zonder die kleine barrières van die VPF? Als dat zo is en er komen meer films uit dan komt er meer druk op de zalen, nog minder mooie schema’s voor je films. Dat zou je als verhuurder niet moeten willen. Ik denk dat dat op termijn gevaarlijk is voor de markt.”
Edgar sluit zich aan bij zijn collega’s. “Pathé is niet duidelijk, ze zijn niet transparant over wanneer dat gaat gebeuren. Maar als overal de VPF wegvalt dan denken zowel de distributeur als exploitant: werkt het niet dan gooien we ‘m er gewoon weer uit en werkt het wel dan is het toch mooi meegenomen. Dan zullen films gereleased worden met meer dan honderd prints.”
Laurens: “Een wake up call was een opmerking die Paul Visser ooit maakte, de boeker van ABC. Die heeft een bioscoop in Aalsmeer en die is VPF-vrij. Hij wilde een film boeken en ik zei: “Ik vind het niet interessant, want je kunt maar heel weinig voorstellingen geven”. Ze hebben een klein theater en weinig publiek. Toen zei hij: “Ja, maar het is toch VPF-vrij dus alles wat je verdient is toch mooi meegenomen?". Toen gingen bij mij de alarmbellen rinkelen want inderdaad, het zal niet heel lang meer duren of heel Nederland is VPF-vrij en als de houding van exploitanten richting distributeurs dan is ‘elke euro die je verdient is meegenomen dus wat zeur je nou over het aantal voorstellingen?’, dan gaat het natuurlijk de verkeerde kant op.”
Onderhoud
Pathé zou de VPF kunnen aanhouden onder de noemer ‘onderhoud aan apparatuur’. Digitalisering is niet alleen vooruitstrevend, maar ook een broze onderneming. “Ik vrees het ergste”, zegt Michael. “Dat ze het niet bedrijfseconomisch afschrijven en geen geld investeren in nieuwe apparaten. Technologie gaat heel erg snel en wil je bijblijven in die race van projectietechniek en het creëren van een nieuwe beleving voor de consument moet je investeren in je projectie-apparatuur.”
Ron beaamt dat het geld moet worden gestoken in de onderhoud en ontwikkeling van nieuwe technologieën. “De meeste makers hebben de intentie om hun film te vertonen in de bioscoop. De maker van Interstellar doet het niet om het op een iPad of telefoon te bekijken. De grote beleving moet leidend zijn in het geheel. Zo ook met een ontwikkeling van Dolby Atmos, dat is hoe de maker de film moet laten zien. De Nachtwacht kun je honderd keer op een beeldscherm bekijken, maar het is nooit zo imponerend als dat je ‘m in Het Rijksmuseum ziet hangen. Zo moet er ook over bioscopen worden nagedacht.”
Proudly powered by Weebly